Pharast 22
De volgende ochtend komen wat kobolds terug en melden dat ze nog 4 mites gevonden hadden. Die hebben (na wat vriendelijk aanmoedigen) verteld dat hun baas door een soort demon werd bezocht en opdracht kreeg om het beeldje van de kobolds te stelen. Deze demon had een gloeiende rune op zijn voorhoofd. De mites zijn na het vertellen gedood door de kobolds.
Chief Sootscale en de groep gaan om een vuurtje zitten praten. De kobolds hebben rat op het menu, en Ruach regelt een pittige marinade. Onder barbecueratjes op stokken praat de groep met de Chief.
Tartuk komt ergens uit het oosten. Hij vertelde dat ze Old Sharptooth (beeldje) moesten gehoorzamen en zo zou hij de stam helpen, maar inmiddels is de stam gehalveerd. Door vechten met bandieten en mites zijn veel kobolds gedood. De kobolds vragen of de groep meer wil vertellen over hun goden - die zijn blijkbaar sterker want de groep heeft gewonnen.
Ruach vertelt dat de groep de kobolds veiligheid en werk kan geven, bijvoorbeeld door het zilver te mijnen. Ruach wordt gevraagd te vertellen over Erastil. Wanneer hij over de tempel in het westen vertelt zeggen de kobolds dat ze bang zijn voor de Beer! De groep vertelt dat de beer door hen is gedood en dat de tempel is door een nieuwe priester in gebruik genomen. Ze vertellen dat Jhod druk bezig is de tempel in oude luister te herstellen.
Voor 25% van het zilver willen de kobolds wel meewerken. De groep geeft aan dat zij de kobolds beschermen en na veel soebatten wordt de deal 50/50 gemaakt.
De kobolds vertellen dat de Krokman eigenlijk Durumvraag heette en dat hij een paar maanden geleden uit het westen kwam. Hij zei dat hij de baas was van dit gebied. Tartuk deed toen heel eerbiedig om tijd te winnen maar de Krokman wilde menselijke slaven. De krokman was net teruggekomen om slaven op te halen en Tartuk en de Krokman hadden ruzie. Toen trokken de kobolds zich terug en kwam de groep gelukkig aan.
Op een gegeven moment besluit de groep om hier ook te kamperen.
Pharast 23
’s ochtends gaat de groep naar het hoogste punt om het vervolg te plannen. De bandieten komen uit het zuiden maar voordat onze helden de zogenaamde Stag Lord gaan aanpakken willen ze het gebied naar het oosten en het westen goed in kaart brengen. Vanaf de heuvel is de rivier Shrike te zien. De Shrike rijst in de Icerime Peaks waar veel zijrivieren samenkomen in de Nomen Hills. Vanuit dat meer stroomt het naar het westen, Restov voorbij, waarna het zuidwestwaard door de Stolen Lands stroomt. Voorbij het bosgebied de Narlmarches stroomt het de East Sellen rivier in, bij het stadje Mivon.
Er zijn geen oversteekplaatsen te bekennen – de laatste was bij de plek waar de rivier Thorn in de rivier Shrike vloeit. De groep gaat noordwaarts en verkennen langs de rivier en later op de middag wordt er een soort oversteek gevonden. De brug daar is echter zo goed als weg – in het water ligt puin en over de rivier hangt slechts één dik, slap touw. Een houten bord staat aan beide uiteinden van de verwoeste brug en daarop staat: "Nettles 'Crossing - 5 kopers – luidt bel voor service." Naast elk bord hangt een roestige bel. Op de zuidelijke oever van de rivier heeft oprukkende vegetatie de verbrokkelde overblijfselen van een afgebrand houten gebouw verslonden.
Bruce luidt de bel. Na een paar minuten lijkt er een extra rots in de rivier te ontstaan. Het groeit ter plekke en dan blijkt het een gebukte, groengrijze persoon te zijn. Een rottend lichaam klimt uit het puin stroomafwaarts en baant zich een weg over het rivieroppervlak, over het water naar de groep. De man is duidelijk al lang dood, zijn vlees rottend en druipend, ranseur in zijn handen geklemd. Iedereen is klaar om te vechten wanneer de ondode spreekt,
“Jullie zijn mijn kwelgeesten niet. Breng me het lichaam van de Stag Lord. Gooi hem ergens in de rivier, zodat ik zijn dode gezicht kan aanschouwen. Of sluit je bij mij aan.”
Met die woorden draait hij zich weer om en sjokt hij weer de diepte in. Na een paar minuten besluit Ollie met het touw naar de overkant te gaan. Het is glibberig, en beschadigd, maar het lukt. Tussen de struiken aan de overkant vindt hij 2 skeletten van honden en wat restanten van boeken, pannen en een bankje. Er heeft een hut gestaan. Deze is afgebrand en de honden zijn doodgestoken.
Als Ollie weer aan bij de groep is snijdt Bruce het touw door dat niemand per ongeluk zal proberen over te steken. Dat zou alleen maar ongelukken kunnen veroorzaken. |