Vijftien minuten later kijken de vijf leden van de 9e Knoop neer op het paard vanuit dikke struiken. Het beest is, stevig aangelijnd, net uitgezet in een steengroeve-achtige kom in het landschap. Het plan is om hier een paar uur te wachten voor het geval dat de wyvern in de buurt is. De verwachtingen zijn niet erg hoog en Hai’A denkt vooral aan de boterhammen met ham en kaas in zijn rugzak.

En toch, ongeveer vier minuten later…

“Asmodeus is met ons,” sist Rook, en iedereen kijkt omhoog. Daar komt de wyvern aanvliegen vanuit het oosten! De eerste indruk is dat het een groot beest is, vol vijftien lang met een twintig voet spanwijdte.

Het vliegt snel naar beneden en hangt boven het paard. Grote wolken stof, sneeuwvlokken en kleine takjes zwellen op onder de draakachtige en het geniet van de paniek van het paard. Het paard doet er alles aan om te ontsnappen maar het kan niet achteruit. Met hoofd laag tot bijna aan de grond, heftig schuddend en schuimbekkend, probeert het weg te komen, tevergeefs. Na een halve minuut terreur maakt de wyvern een bruut einde aan het spektakel. Het landt op het paard en knijpt met zijn klauwen. Ribben kraken en het paard gilt, een bijna menselijk gekrijs dat abrupt stopt wanneer de grote gifstekel zijn werk doet. 

De wyvern buigt over het paard om een eerste hap te nemen wanneer Licère uit de struiken stapt in vol “evil” ornaat. Hij spreekt de wyvern in Draconic aan, 

“Bensvelk rhyaex? Ornla wux hefoc throdenilt?”

De wyvern draait razendsnel om en kijkt heel even verbaasd naar dit heel eng mannetje. Dit duurt heel even en dan gaat het over in actie – hoofd laag, nek uit, vleugels omhoog en brullen in zijn gezicht. Licère geeft geen krimp en laat de wyvern zijn eigen dreiggedrag voelen – de aura van een lich-in-wording. De wyvern springt achteruit, pakt het paard met een klauw en schuift het opzij, weg van Licère, en staat heel hoog op zijn poten. Hij slaat op de grond met de vleugels, zakt weer laag op de grond, steek zijn hoofd uit en blaast een ijzige wind op Licère af – witte drakenadem! Alweer geeft Licère geen krimp – hij heeft toevallig weinig last van de kou – en de wyvern laat een diepe zucht. Het pakt defensief zijn paard en stapt weer even achteruit, kijkend om zich heen.

“UKRISSSSSSSS, STHYR!”

******************************

Licère en de wyvern praten even met elkaar. Het gesprek – Licère aandringend, de wyvern mokkend – gaat ongeveer zo:

Wyvern: Wat moet je?
Licère: Wil je meer vlees?
Wyvern: Meer vlees! Meer vlees!
Licère: …
Wyvern: Meer vlees!...HOE ik meer vlees?
Licère: Goede vraag. Mensen in kasteel, die kant op.
Wyvern: Mensen schieten!
Licère: Wij helpen.
Wyvern: …
Licère: …
Wyvern: Wanneer?
Licère: Goed zo. Zullen we eerst met een paar hapjes beginnen? We hebben al wat voor je klaarliggen. Ik ben natuurlijk niet alleen – ik roep eerst mijn groep bijeen. Wij zijn NIET om op te eten. Wij brengen je naar het vlees. Paardenvlees en mensenvlees.

Na een niet-echt-gezellige voorstelronde loopt de groep terug naar de paarden en lijken.

Licère: Er zijn nog vijf paarden hier. Wij vallen aan over vijf dagen. Als je één per dag eet weet je precies wanneer we samen het kasteel aanvallen. Dan heb je héél veel vlees! We zien elkaar over vijf dagen, bij zonsondergang – in het dalletje waar we elkaar voor het eerst zagen.

“Een paard per dag.” voegt Rook behulpzaam toe.

De wyvern fladdert omhoog, landt naast een paard en slaat er op met zijn grote klauwen. Het paard gilt en valt neer. Bloed sproeit omhoog uit een doorgesneden slagader. De andere paarden proberen weg te komen, tevergeefs.

“Nog vier paarden – ik hoop dat hij goed kan tellen.”

Alweer vleugels, alweer een krijsend paard en een triomfantelijke ronk van de wyvern. De groep kijkt elkaar aan en halen hun schouders op.

Rook: “Zullen we? Laat dat peuterbeest alleen met zijn speelgoed…”
Licère: “Graag. Ik heb plotseling ontzettend trek.
Hai’A: “Ik ook. In bitterballen!”

***********************************************************************

Terug in Aldencross treffen ze Captain Eddarley en een groepje soldaten in de Inn. Het kasteel is schijnbaar op stelten gezet door die Captain Mott (de stijve hark met een jongere vrouw). Mott is van de oude stempel, dus een paar uur te laat betekent meteen maatregelen. De soldaten verwachten dat Captain Varning is gaan jagen – de laatste kans voor ze ingesneeuwd worden misschien?

Rook zegt tegen Bellam Barhold (de innkeeper) dat hij wat beter wil leren koken. Barhold zegt dat hij de kok mag vragen of ‘ie hulp nodig heeft. De kok zegt dat hij hem wel een stoofpot wil leren maken maar Rook wil “lekker leren koken.” Zwaar beledigd schopt de kok hem er weer uit!

Rook belandt aan de bar, naast Captain Eddarley, en drinkt een paar biertjes met hem. Op een gegeven moment heeft Eddarley het over de vrouw van Captain Mott. Hij snapt niet waarom die vrouw bij de oudere Captain blijft. Het trouwen was vast niet haar idee, het zal vast niet lang duren, toch?

“Je moet niet in andermans familie wroeten.” zegt Rook.

De Captain maakt zijn bier op en vertrekt snel. Op het laatst moment, terwijl de deur dichtslaat, ziet Onyx dat hij aarzelt over welke richting hij gaat nemen. Hij glipt snel naar buiten en merkt opdat de Captain niet naar Balentyne loopt. Na een snelle overleg volgt hij de Captain even. Die loopt naar de noordkant van de stad, stopt, plast tegen een struik en mompelt iets over vandaag of morgen. Daarna, vloekend en mopperend, loopt hij terug naar de Lord’s Dalliance en neemt de pad naar het oosten, richting Balentyne.

************************************************

De volgende ochtend gaat de groep naar Balentyne toe. De patrouille van Captain Varning is (uiteraard) nog steeds niet gesignaleerd en Captain Mott heeft een paar patrouilles uitgestuurd om ze op te sporen. Captain Eddarley heeft net de dienst overgenomen en heeft een kater. Hij gaat toch geen patrols op wyvernjacht sturen vandaag - er kan wel een training worden gegeven. Onyx gebruikt de tijd in de gang om te bevestigen dat de sleuten van Capt. Varning z'n lijk in de deur van zijn kamer zal passen.

Begin van het verhaal :)

Leuk zo'n gesprek... het is net alsof ik mijn karakter hoor praten

Altijd goed zo'n stukje verhaal erbij...

Er zijn zo veel grappige dingen gezegd dat het niet bij te houden is. Misschien voortaan opnemen om daarna verhaal mee te schrijven. Scheelt veel schrijfwerk :-)

deel 2 :-)
Begon er net in te komen maar Calvin wordt wakker...

Even op F5 Hendrik - ik had nog een alinea :-)

nomeno ui superb, si tira ti vucot zahae vi Vs'shtak swatina

Ah, maar mijn draconic kwam uit de Draconomicon :)
En nu heb ik die Twilight Realm vertaler gevonden  daarmee kan ik veel meer! Hmmmmmmmm

Ik had hem gezien... ik weet alleen nog niet wat stythyr moet betekenen.... even kijken of google ofzo me kan helpen daarbij :-D

MAN

 oeps, sthyr