De groep is helemaal uitgeput en sommigen zijn ook gewond.Bohairic zegt gelijk dat hij ook wil kijken hoe het met Timothy is, en iedereen is daar ook mee eens. Ze lopen naar het klein kerkje en ontdekken dat Pater Vesserin Catherly en Liamae van de Jade Ravens nog aan het werk zijn. Alle banken en tafels zijn schoongeschrobd en de vloer is geveegd en gewassen. Een zoete geur van kaneel en andere specerijen vult de ruimte en de twee kijken vrolijk op wanneer ze de groep zien. Wanneer ze zien dat er gewonden zijn springen ze in actie en is iedereen gauw weer fit. Met Timothy is er niets veranderd.
Pater Catherly legt uit, "Zijn lichaam is volledig hersteld, maar hij is er geestelijk nog altijd slecht aan toe."
Hij zucht en gaat door, "Hij reageert amper op stimuli, maar gilt als het donker wordt en hij geen nachtlichtje heeft. Als hij 's nachts wakker wordt in de donker is het echt hartverscheurend! Het lijkt alsof hij niet alleen bang is, maar totaal verslagen. Hij heeft geen besef en geen ego. Als hem gevraagd is ergens te gaan staan dan schuifelt hij die kant op. Als hij geen commando krijgt om te stoppen loopt hij zo tegen de muur, en dan gilt hij van de pijn en schreeuwt hij dat hij ‘Sorry' is."
De groep valt even stil, en Bohairic herhaalt zijn belofte dat hij hem naar Sasserine gaat brengen. Sheler fluistert, "Dankjewel, Boahiric."
Zoals vaak gebeurt na een genezing heeft men honger. Tin-a-Tin breekt de ijs en stelt voor om te gaan barbecueën. Ze nodigt de priester en Liamae ook uit, envraagt Templeton of hij wat vis wilt vangen. Wanneer ze zijn naam noemt kijkt Liamae omhoog met een moeilijk blik, alsof ze iets probeert te herinneren waar ze in geen jaren aan heeft nagedacht.
"Templeton... dat is ook zo! Er was en vriend van jou hier, maar ik ben helemaal vergeten hoe hij eruit zag of hoe hij heet. Het komt wel terug."
Ze gaat terug aan het werk en kan geen informatie meer geven, ook al wordt haar de hemd van haar lijf gevraagd. Ze weet echt niet meer wie het was, maar het was wel een "goeie kerel." Achterdochtige blikken flitsen tussen de groep maar er blijkt niets meer dat ze hier kunnen leren. Hope kondigt aan dat hij Lavinia gaat inlichten over de wapens, en dat hij hen straks op strand zouden zien, of op een hangmat voor de bar. Bohairic gaat zijn tas en boeken in veiligheid stellen en Sheler wil bidden in het bos. Tin-a-Tin gaat met Bohairic mee om zich op te frissen, en Templeton zoekt Shakira op voordat hij gaat vissen. Bij het verlaten van de kerk haalt Pater Catherly een gouden hagedis uit Tin-a-Tin haar jaszak.
"Deze hoort hier te blijven, meid. Als ik jou was, zou ik oppassen van wie ik steel."
"Steel? Ik? Van de KERK die mij GENEEST? Ik ben niet gek, Pater! En dat ding heb ik nooit eerder gezien! Een van deze sukkels heeft het in mijn jas gestopt als een grapje - het spijt me. Ik bied u hun verontschuldigen aan."
Tin-a-Tin doet haar zwarte mond dicht en glipt met een knipoog uit zijn handen,
"Eerst in bad en dan een barbecue!"
Onderweg naar de verschillende huizen wordt iedereen minstens één keer vreemd aangekeken en verteld dat een oude vriend of vriendin langs geweest was, maar hoe hij of zij eruit zag is voor een raadsel. Het was zeker een "prima kerel" of een "leuke meid" en het was of een studiemaat van Bohairic ("Wat? Uit Mulhorand?") of een vriendin van Hope zijn zus ("Wat? Een schip uit Tashluta?") of een goede vriend van Sheler haar ouders ("Uit de Long Forest? Dat is gek!").
Een paar uur later is het erg gezellig op strand. De tergkomst van de helden en het nieuws dat de Phanatons hulp gaan sturen en dat er een heleboel Rakasta-gemaakte wapens opgehaald zal worden heeft iedereen weer hoop gegeven. Het is een heerlijk avondje en er wordt tot diep in de nacht gepraat en gedanst. Alleen knaagt er bij alle vijf een aantal nieuwe vragen: wie zijn al deze nieuwsgierige mensen, waar komen ze vandaan, en wat willen ze?
"Misschien is het één persoon die van gedaante kan wisselen?" vraagt Templeton zich af.
"Dat dacht ik ook!" zeggen de andere vier met een glimlach, maar de glimlach verdwijnt langzaam weer wanneer ze een lijst bedenken van wat er allemaal van gedaante kan veranderen.
"Doppelgangers!"
"Tovenaars."
"Draken."
"Sommige demonen."
"Changelings."
"Fey."
"Iedereen met een Hat of Disguise. Het kan iedereen zijn!"
"Een goede bard."
"Hij moet héél goed zijn om een mooie vrouw te spelen met alleen een zomerjurkje aan!"
"Dat zei ik. Een héél goede bard!"
"Lijkt me iets voor morgen," zegt Hope, "Wie wil er nog een drankje?"
***********************************************************
De volgende ochtend wordt er ontbeten bij Lavinia. Hope heeft lekkere vruchten meegenomen van de phanaton dorp, en heeft er geen moeite mee dat ze veilig meegenomen waren in een magische tas. Templeton kijkt op wanneer de tas genoemt wordt,
"Zeg - over magische tassen gesproken - we hebben nog een heleboel spul gevonden en nooit geidentificeerd!"
Hij ontvouwt een zwart, waterdicht pakje en haalt een klein boekje tevoorschijn.
"Kijk! Twee riemen van dat raar aapje, een toverstokje, een bijl, drie drankjes..."
"Eerst ontbijten, Tempie!" zegt Tin-a-Tin, "We praten niet over het werk voordat we twee borden schoon hebben gegeten, en veel sap en koffie hebben gedronken."
"Goeie regel!" Hope knikt nar Tin-a-Tin en pakt een vers broodje van de zilveren schaal op tafel, "Mag ik de jam, Lavinia?"
***********************************************************
Bohairic bestudeert de riemen en vergelijkt ze met de pantserhandschoenen die Templeton nu draagt.
"Dezelfde aura, net iets sterker. Het zal wel een vrij standaard Reuzenriem zijn. Het geeft je de kracht van een reus!"
"Klinkt goed!" zegt Templeton. "Niemand anders...? Okidoki dan!"
Hij doet de riem aan en kijkt gelijk bezorgd. Hij valt een beetje naar voren en grijpt de tafel vast. De monden van de rest van de groep vallen simultaan open, en Lavinia haar and gaat naar haar mond.
"Fuuu...!" Templeton zijn borstkas is helemaal opgezwollen en twee punten zijn zichtbaar onder zijn hemd. De Genasi kijkt verbaasd, en dan paniekerig.
"Nee toch!" Hij grijpt onder de leren riem en zijn hand verdwijnt in zijn broek. Zijn ogen worden schotels.
"NEEEEEEE!!!!!"
"Wat is er, Tempie?" vraagt Tin-a-Tin, al giechelend.
"Is het ... weg?" vraagt Hope, met een brede grijns op zijn gezicht.
Tin-a-Tin kan het niet meer houden en valt op de vloer, lachend.
"Moeten we je nu Tempeltina noemen?"
Hope zijn laatste resten solidariteit verdwijnen en hij slaat op de tafel!
"HAAAAAAAAAA-HAHAHAHAHA! Geweldig! Dat krijg je als je met magie speelt!"
"Het is niet grappig!" zegt Tempelton, en zijn/haar stem is opmerkelijk hoger en zachter.
De stem is het signaal voor Bohairic, Sheler en Lavinia en ook die drie verliezen de strijd tegen een giechelaanval. Tempelton staat op en kijkt neer op de vijf lachende mensen.
"Haal je hand uit je broek, Tempeltina!" zegt Tin-a-Tin, en Hope gaat weer schuddebuikend op de vloer liggen. Hij slaat steeds op de grond met zijn grote vuisten, tranen in zijn ogen.
"TEMPELTINA!!! Geweldig!"
Templeton haalt zijn hand uit zijn broek en kijkt het aan.
"Ik kan er wel om lachen," zegt ze, "Omdat ik weet dat Bohairic het weer goed kan maken..."
Ze kijkt smekend naar Bohairic, die probeert serieus te lijken,
"Je kunt het wel ontdoen...toch?" Haar stem vliegt omhoog bij het laatste woord en Tin-a-Tin krijgt weer de slappe lach.
"Zeg eens ‘Nee', Bo! " zegt Hope.
"Vrouwen in de meerderheid!" zegt Sheler, "Dat is wel fijn."
"Inderdaad," bevestigt Lavinia, gniffelend, "Maar wat zal Shakira zeggen?"
"Lavinia, houd op met dat soort opmerkingen! Kijk wat je met Hope hebt gedaan!"
"Oei, die was raak!" zegt Hope, "Ze zal wel teleurgesteld zijn. En al die mooie, lange vruchten zijn op!"
"Hope!" roept Lavinia, "Dat gaat me te ver! Bohairic, kan je dit oplossen? Is het een leuk probleempje of een echte?"
"Tjonge, da's moeilijk te zeggen," zegt de tovenaar, "Om zo'n vloek te verbergen van mijn...hmmm...de weeft inverteren...auraspreuk...wel krachtig. Ik heb er iets dat misschien, misschien zal werken. Het blijft een gok..."
"Ik waag het! Nu!" roept Templeton, "Ik verlaat dit huis niet totdat ik weer de ouwe ben."
"Totdat je weer de ouwe hebt!" zegt Hope, en iedereen ligt weer in een deuk.
*************************************************************************
Even later is de rust, en het geslacht van Templeton, hersteld. Hij weet dat het heel lang zal zijn voordat de anderen hem dit laten vergeten, en belooft dat hij hen terug zal pakken als ze het aan Shakira vertellen.
Hope heeft er last van dat het rustig is en kondigt aan dat ze genoeg zijn uitgerust. Ik zeg dat we die troglodytes uit het bos kunnen verjagen - dat hout kunnen we mooi gebruiken voor de palissades.
"Goed idee," zegt Lavinia, "Ze hebben al drie mensen gedood dit jaar."
Tien minuten later staat iedereen voor een gesloten poort aan de oostkant van het dorp.
"HALT!" roept Kapitein Ulvar Kabbanja, "Waar gaan jullie heen en hoe laat komen jullie terug?"
De groep spreekt hun trots uit dat het dorp zo goed beveiligd is, en belooft bier voor de kapitein wanneer ze hem in de Laatste Kokosnoot treffen. Ze bespreken hun plannen en beloven om voor nachtval terug te zijn.
"Als we terug teleporteren, komen we ons bij je afmelden, Ulvar." zegt Bohairic.
"Fijn!" zegt Ulvar, "O ja, ik was bijna vergeten, had je vriendin je gevonden, mevrouw Sheler?"
En dat is de druppel. De groep draait gelijk om en loopt naar Lavinia haar huis. Ze spreken met haar af dat als er weer een zogenaamde kennis van hen opduikt, dat die gelijk aangehouden zal worden. Lavinia lijkt met iets te worstelen en vertelt dat ook zij bezoek heeft gehad. Hoe ze dat vergeten is, is haar een raadsel. Er is niets meer te doen en de groep besluit er niet op in te gaan. Het lijkt verdacht maar zonder verdachten is er niets te doen. De wraak van Olangru was gelukkig een beetje grappig; hopelijk zal dit ook niet ernstig zijn.
Templeton neemt een paar minuten om Shakira in te lichten, en vraagt haar om het dorpje te patrouilleren met een detect magic spreukje actief. Daarna melden ze zich weer bij Kapitein Kabbanja en verlaten ze het dorp.
*************************************************************************
Vroeg in de middag komen de groep de eerste waarschuwingsborden tegen. Lange palen bedekt met veren en overgegoten met bloed staan links en rechts van de weg, die verder door de bosjes loopt. Leuzen in Common zijn op de palen gespijkered, "Troglands, rotop!" en "Lop niet verder als je wil leven". Om er een punt achter te zetten liggen er schedels van everzwijnen en (hopelijk) mensenapen om de voeten van de palen.
"Oké," zegt Hope, "Kom maar op met je ruzie!"
De andere vier kijken elkaar aan, en uiteindelijk is het Templeton die spreekt,
"Tja, iedereen mag toch een hobby hebben?"
Niemand heeft het gevoel dat ze in de gaten gehouden worden, en de javelin's die op de groep af vliegen zijn een leuk binnenkomertje voor de troglodytes! Gelukkig is het eerste geluidje van een tak in het struikgewas genoeg om bijna iedereen op scherp te stellen. Templeton pareert ze met zijn schilden, Hope hakt ze uit de lucht, en Tin-a-Tin en Sheler dansen uit de weg. Bohairic krijgt als enige een wond; een slecht geworpen javelin klettert tegen zijn staf, mept hem op het hoofd en laat een pijnlijke bult achter!
Van beide kanten van de weg komen vreemde, hoge geluiden; een soort gepiep. Seconden later zijn de bronnen van deze geluiden zichtbaar - grote hagedissen met leren halsbanden die op de groep afstormen! Tegelijk vliegen er nog een stuk of twintig javelins op Templeton en Hope af... waarmee ze allebei precies één schrammetje overhouden.
Met een diplomatieke oplossing door de tegenpartij uitgesloten moet er gemept worden. Sheler buigt voor de hagedissen en blaast. Een witte, ijzige wolk stroomt uit haar mond en laat rijp achter op het gras. De drie hagedissen voor haar blijken niet van koud te houden, en vallen wit en verstijfd neer op de grond - helemaal bevroren! Templeton springt tot actie aan de andere kant en spiest gelijk twee hagedissen aan zijn schilden.
Hope spuugt, "Stomme sukkels!"
Hope laat zijn bijl zakken en schudt zijn hoofd. Een hagedis zo groot als een kalf springt op hem af en het krijgt één van zijn kisten in de muil. Het beest geeft een hoge piep en rent terug de bosjes in, met paars bloed sijpelend tussen gebroken tanden door. De Forsaker zet zijn schouders naar achteren en staat recht iop. Een snelle blik naar de zon later en zijn nieuw, drakenhuid harnas glinstert imponerend richting de boomlijn, waar de speren vandaan kwamen. Hij begint te lopen en roept in een vreemde taal, sissend en vol harde medeklinkers.
"Ik was vergeten dat hij Draconic sprak!" zegt Bohairic, "Hij vertelt ze dat het geen zin heeft om het tegen ons op te nemen. Als dit hun beste is, ben ik geneigd om hem gelijk te geven..."
|