Achter Templeton, aan de overkant van de kamer, knalt het plafond van een andere nis ook naar beneden. Beide zijn lange stenen blokken, en ze klimmen weer omhoog waar ze weer dienst doen als plafonds in de nissen.
Van achter de muren en het plafond weerklanken harde geluiden, alsof er een enorm uurwerk opgestart is. Erger nog, de stenen tafel en een deel van de vloer draaien om een geheime as. De tafel verdwijnt onder de vloer en wordt vervangen door een eng stenen beeld van een oude man. Ook dit standbeeld heeft schroeiplekken. Tin vliegt terug naar Templeton toe en kijkt of hij nog heel is terwijl Hope aankomt bij de ingang.
"En wat hebben jullie nu ontketend? Het klinkt als de Tempel van Gond hier! We zouden toch stil blijven?"
Alsof hem gelijk te geven valt de mond van het drakenhoofd open en ademt het vuur! De ontploffing weergalmt door de hele kamer en opeens is de lucht veranderd in een ware vuurzee! Hope springt terug de gang in en Templeton springt tegen de muur op zijn knieën met beide schilden voor hem. De anderen moeten het ontgelden en zijn opgelucht dat het vuur maar van korte duur is. Ze slaan de vlammen van hun kleren uit en kijken rond. De hele tijd kletteren de onzichtbare tandwielen door.
"TIN!" schreeuwt Templeton, "Wat heb je aangeraakt? En wat is dat voor eng beeldje?"
"Huehueteotl, denk ik." zegt Bohairic, "We hebben blijkbaar de juiste procedure niet gevolgd bij het binnenkomen."
"Hoei...wat nou? Als het zijn schuld is heb ik een oplossing! HA! Oplossing! Het werkte aan die golem..."
Hij gooit zijn rugtas op de grond en haalt vervolgens een handdoek eruit. Hij rolt het open, haalt er een keramiek flesje uit en gooit op het standbeeld af! Het flesje breekt op het hoofd van Huehueteotl en groen zuur begint aan zijn vorm te vreten. Een stinkende wolk vormt boven het standbeeld en de groep kijkt argwanend toe. Wanneer het standbeeld niet reageert halen ze weer adem... het is blijkbaar geen golem!
Bohairic vliegt naar de gang maar kan niet wegvliegen - een stenen muur is verschenen die de terugweg afsluit.
"Opgebrand of verplettert... bah! Tin-a-Tin - misschien kan je die mond saboteren? Voordat het weer..."
En dan gaat er weer een vuurbal af in de kamer!
"Dit kunnen we niet oneindig doorstaan!" zegt Sheler, en ze slaat haar smeulende mouw tegen de muur.
"En ik had weer gelijk over die grilplaat hé?"
"Rustig, Sheler," zegt Bohairic, "Volgens mij zag ik iets vreemds gebeuren bij dat standbeeld."
Tin gaat aan de slag met haar gereedschap, vliegend naast het hoofd en Bohairic vliegt naar het standbeeld toe. De anderen zoeken nar een andere uitweg of doorgang terwijl er links en rechts grote stenen willekeurig omlaag kletteren en weer omhoog gehesen worden. Hope gaat voor eentje staan, klaar om de ketting door te hakken mocht het weer omlaag komen.
Tin heeft het inmiddels door dat een ontvlambaar goedje uit de mond gespoten wordt, en Bohairic heeft een ontsteker gevonden in het achterwerk van Huehueteotl! Helaas is Tin haar arm te kort om bij de leidingen in het hoofd te komen en ze vliegt snel naar het met zuur beschadigd standbeeld toe. Nog altijd kletteren er zware kettingen achter de muren en staan Hope en Templeton klaar naast twee nissen.
Net wanneer Tin-a-Tin haar gereedschap zou gebruiken om de ontsteker te demonteren is het weer raak met het vuur. Een chemisch geur vult de kamer en een vlam ontpopt zich uit de achterwerk van de grijnzend Huehueteotl.
"VA-VOOM!!!"
Niet alleen Tin-a-Tin stond er niet op te wachten, want Hope en Bohairic hebben weer blaren opgelopen. Hun armen en gezichten zijn zwartgeblakerd en hun kleding smeult weer na. Bij Tin-a-Tin is het nog erger. Ze kan amper zien, haar handen trillen van de pijn en vervellen aan alle kanten. Sheler schiet haar te hulp en vult haar met positieve energie totdat haar wipers terug zijn en haar vingers weer werken.
"Dit is niet grappig meer!" zegt Tin, en ze verdubbelt haar inspanningen om de val te saboteren. Al snel komt ze erachter dat het meer tijd zal kosten dan ze had gehoopt. Ze draait zich om naar Bohairic en roept,
"Heb je een spreuk? Ik wil dat niet weer!"
Een steen valt in de nis naast haar en ze schrikt!
"Shit! De volgende kan het vuur zijn!"
Bohairic vliegt naast Tin-a-Tin,
"Ik heb een idee!"
Hij heeft een kleine spiegel al klaar in zijn handen en hij perst het tegen het uiteinde van de vlammenpijp. Hij mompelt een paar woorden en laat het los. De spiegel blijft er opgeplakt en Bohairic ademt hard uit. Hij kijkt naar Tin-a-Tin en Sheler,
"Duimen hé?"
"Ik ga toch uit de weg!" zegt Tin-a-Tin, en ze vliegt naar de nis aan haar linkerkant. De geur vult de kamer weer, maar wordt niet ontstoken!
"YES!" roept Tin.
"Goed werk, Bohairic" zegt Sheler, "Shaundakul heeft mijn gebed gehoord en jouw hersens een duwtje gegeven."
De tovenaar weet niet wat hij hierop moet zeggen en vliegt naar de drakenmond toe. Keer op keer wordt er gespoten methet gas, en telkens ontbrandt het niet. De mechanisme gaat dn over naar stenen op mensen proberen te droppen, en de stoere mannen grijpen hun kans.
Wanneer het rotsblok naast hem naar beneden valt springt Hope omhoog. Zijn bijl maakt een glimmende boog en snijdt in één keer door de ijzeren ketting! Met een knal komen alle rotsblokken tegelijk in de nissen terecht!
Sheler en Tin-a-Tin vliegen omhoog door de kettingruimte en kijken hun ogen bijna uit! Boven de kamer is een grote, ijzeren wiel met vier olifantachtige skeletten er aan vastgeketend. De olifanten lopen rondjes en blijkbaar is dit het aandrijfmechanisme vaar de val beneden. Een snelle zoekactie levert niets op. Achter de mond lopen verschillende leidingen door een muur, waar er waarschijnlijk een reservoir is van het brandbaar spul.
"En meer kan ik er niet van maken..." legt Tin-a-Tin uit wanneer ze allemaal weer beneden in de kamer zijn.
Hope en Templeton kijken elkaar aan.
"Het wordt weer een 'trek en duw aan alles' actie, dus. Dan beginnen we hier maar." zegt Templeton, "Help je even, Hope? Het lijkt zwaar... zelfs voor mij."
Hope grijnst, "Pas op voor het zuur - het vreet zo een gat in je mooie borstplaat!"
Het beeld van Huehueteotl lacht niet meer. Zijn gezicht is weggesmolten aan de linkerkant en hij lijkt heel eng. Het beeld rust op een rotsblok dat blijkt toch hol te zijn. Het draait om een as op vloerniveau en heeft drie standen; een tafel, een standbeeld, en een deurgang. De gang loopt schuin naar beneden de duisternis in.
|