En loot wordt inderdaad gevonden! Met twee paar gloeiende ogen valt alles wat magisch is gelijk op. Een potion, een wand en een strijdhamer worden snel uit de bottenstapels gehaald en afgestoft. Het drankje gloeit van binnen en ruikt naar kaneel - een teken van een genezend drankje. De wand is een ijzeren stok met een vleermuishoofd en vleugels aan het bovenste uiteinde, en twee klauwen onderaan. Het handvat is zo bewerkt dat het op vacht lijkt, ook al prikt het ijzer verschrikkelijk. De stalen strijdhamer heeft een priemachtig, gebogen punt om plaatharnassen goed te kunnen doorboren. Het heft voelt alsof het bedekt is met haaienhuid, maar het zuigt ook alle zweet van je handen. Volgens Bohairic is het ook mogelijk om een spreuk in de hamer op te slaan. Een tweetal oude boeken leveren zowel Bohairic als Sheler genoeg ideeën op om nieuwe spreuken te ontwikkelen, en de aura van magie uit de rechter fontein baart genoeg zorgen om het even als verboden terrein aan te kondigen. Totdat Tin-a-Tin er de tijd er voor neemt om het te onderzoeken dan; maar die heeft meer aandacht voor de grote kist in de andere ruimte.
Een hoge KLANG! vult de kamer van de Naga en iedereen kijkt op. Het is Hope, die blijkbaar de deuren niet open kon krijgen. Hij is nu bezig KLANG! om de scharnieren KLANG! helemaal uit de deur te KLANG! slopen. Het kost hem wat moeite, maar met een adamantine bijl kan normaal metaal geen fatsoenlijk weerstand bieden. Met een laatste KLANG! is de deur van de scharnieren bevrijdt, en de muur mist ook een paar kilo graniet. De rechter deur valt langzaam naar binnen en knalt op de stenen vloer met de volle kracht (en geluid) van een ton ijzer.
KA-KLLLOOONNNGGG!!!!!!!
De groep kijkt verwonderend toe terwijl Hope achter de deur kijkt, vloekt, en dan het lijk van de Naga in stukken gaat hakken.
"Misschien toch die cursus woedebeheersing aanvragen voor hem, hé Bo?" zegt Templeton.
"Misschien heeft hij het koud? Of misschien heeft hij gewoon zo veel energie dat het uit zijn neus stroomt als hij niets mept?" zegt Bohairic, terwijl hij door de gevonden vellen bladert.
"Ik sta naast jullie hoor!" zegt Hope, al salamisnijdend.
Voor heel even voelt het alsof ze ergens anders zijn, maar de kennis van wie hier gevangen is, en wie hier vrij rondloopt, blijft niet lang uit de aandacht.
***********************************************************************
Met alles opgeborgen komt de rest van het groep kijken in de nieuwe kamer. De muren, vloer en plafond zijn glad gepolijst. Links en rechts staan ijzeren standbeelden van aapdemonen, elk drie meter hoog. De twee beelden houden elk een arm omhoog, maar de vuist ontbreekt bij beide. Achter de standbeelden staat er nog een deur, ook van ijzer, en ook deze deur is met helse afbeeldingen ingegraveerd.
"Woah!" roept Bohairic, "Raak die andere deur niet aan! Ik weet nog niet wat voor magie er op staat, maar het is belachelijk sterk!" Hij graaft in zijn tas en haalt en rol te voorschijn. Hij zit op de grond in een meditatiehouding en leest de woorden op de rol zacht voor. Elk woord verdampt in een roze vonkenregen en op het eind verdwijnt de rol in het niets. Bohairic maakt passen met zijn handen voor zijn ogen en fronst,
"Achter die deuren zie ik een lange gang. Links en rechts staan er meer van die ijzeren aapdemon beelden. Deze hebben hun hoofden achterover en de monden open - het lijkt alsof ze allemaal schreeuwen. Elk standbeeld houdt een fakkel vast, en deze branden allemaal met rood en groene vlammen. Aan het einde van de gang staan er meer deuren - deze dan van koper. Meer zie ik niet."
Hij maakt een laatste pas voor de zekerheid, en eindigt de spreuk.
***********************************************************************
"Meer van hetzelfde dus - misschien iets met sonisch energie?"
"We zien het wel," zegt Templeton, "Eerst lijkt het mij dat we die handen moeten hebben."
"Handen?" zegt Hope, "Ik haal ze even."
Hij loopt de deur uit, hakt in op het lijk van de aapdemon, en loopt vrolijk terug. In houdt twee harige handen triomfantelijk omhoog en negeert het bloed dat langs zijn armen sijpelt en van zijn ellebogen druipt.
"Kijk! Handen! ... Wat? Jullie hebben geen gevoel voor humor!"
Hoep gooit de afgehakte handen op de in stukken gehakte naga en kijkt een beetje sip,
"Heb je een beter idee? Kom op dan - ik verveel me!"
***********************************************************************
Tin spreekt als eerste,
"Die schatkist dan maar."
Ze loopt snel terug over de stenen brug in de rood verlichtte kamer, en bekijkt de kist van alle kanten. Op de vloer naast de kist liggen een aantal dierenhuiden, en die stinken naar natte vacht. Tin loopt een rondje van de kist. Het is van zwart ebbenhout, versierd met bladgouden afbeeldingen van demonen en andere helse verschijnselen. Bovenop het kist lijkt er een inkeping te zijn, met een kommetje pap erin. Uit het kommetje steekt een gouden lepel en Tin begint de kist te onderzoeken voor mogelijke vallen. Een hoog, zacht stemmetje komt uit de kist en tegelijk beseft ze dat het gouden lepeltje in haar hand is.
"Mama... vlinders?"
Tin schrikt en stapt achteruit, tot aan de rand van de stenen brug.
"Wat is het?" vraagt Bohairic, die achter haar staat.
Tin zegt niks maar wijst alleen naar de kist. Bohairic spreekt spreuk naar spreuk uit terwijl Hope, Templeton en Sheler achter hem aansluiten.
"Geen gif, ondoden of kwaadaardige wezens binnen, zo ver als ik kan zien."
Tin-a-Tin bekijkt de kist weer van dichtbij en vindt geen val. Aan de achterkant ontdekt ze een mechanisme waarbij ze de kist kan openen. De achterwand bestaat uit twee panelen die als deuren fungeren, met het slot en de scharnieren vakkundig weggewerkt in het sierwerk.
Ze kijkt naar de pap, en de grootte van de kist. Een gedachte ontpopt zich in haar hoofd en ze kan het niet bedrukken. Onbewust schudt ze haar hoofd tegen het idee, terwijl ze met kippenvel en trillende vingers het slot openmaakt. Een spleet verschijnt middenin de kistwand en twee deuren draaien langzaam en in stilte open. Haar ogen vliegen open en haar hand haalt haar mond net voordat ze moet overgeven! Ze heeft niet zo veel gegeten en proeft alleen bittere gal. De stank van binnen de kist is het minst erg, maar ook al kijkt ze weg ziet ze het nog.
Een stank van zweet en ontlasting wordt herkenbaar over de natte hondengeur.
"Jullie hoeven het niet te zien." zegt Tin-a-TIn.
"Wat is het?" zegt Sheler.
"Het is... Tim."
De gezichten van de hele groep veranderen gelijk, en Tin gaat door,
"Hij is vastgebonden, hij mist een hand, zijn voet is... een wrak, en zijn... hoofd. Zijn hoofd ... allemachtig... we zouden hem ... kunnen laten gaan, en een nieuwe... net als Urol, weet je... Sheler, alsjeblieft, niet kijken meid."
Sheler trekt de deuren vastberaden open en haar gezicht wordt gelijk heel erg strak, alsof ze alle gezichtsuitdrukkingen onderdrukt. Hope, achter haar nu, vloekt binnensmonds.
"Waar is je god dat hij zoiets toelaat? Die jongen deed niemand wat kwaad - wat een onzin allemaal. Pionnetjes zijn jullie - en wat krijg je voor dank? Waar is je g..."
"Houd op, Hope!" fluistert Tin, hard.
Sheler schudt haar hoofd langzaam van links naar rechts.
"Die beugels houden hem vast aan de bovenkant, en de rest van zijn schedel moet ergens..."
In stilte raapt Hope iets op en geeft het aan Sheler. Op het eerste gezicht lijkt het een ronde asbak, met een sigaar in uitgeperst. Dat er blonde haartjes uit de buitenkant van de asbak groeien valt later op.
"Wat zal hij niet meegemaakt hebben..." zegt Templeton, "... zo allemaal... vast in de donker...in de naam van Umberlee - een LEPEL!".
**********************************************************************************
Iedereen is nu heel dicht bij de opening in de kist en er is nog geen teken van herkenning van Timothy. Hij kijkt recht voor zich uit met ogen wijd open, en de kwijl dat af en toe op zijn vieze hemd druppelt is de enige teken dat hij nog leeft. Alles om hem heen is donker, op één vierkant na, en dat rood licht wordt nu ook weer uitgesloten door vijf hoofden. Uit de mensenmassa komt een hand en het raakt hem op de neus. Het is dus geen illusie!
"AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA!!!!"
In paniek gebruikt Tin één van haar sterkste spreuken - een spreuk dat een Tyrannosaurus kan verdoven. Timothy valt gelijk in een diepe slaap, maar niet voordat zijn gil beantwoord wordt van de kamer ernaast.
"OWAA-OWAAA! URRR!! URRR!! OWAA!! OWAAAA!!!"
Templeton kijkt op, "Dat zijn dezelfde geluiden die ik hoorde - rare bavianen!"
Hope is al in beweging terwijl de anderen Timothy voorzichtig uit de kast halen en klaarmaken om vervoerd te worden. Hope staat wacht halverwege de stenen overbrugging, zijn bijl klaar een aanval te weren. Bohairic helpt Sheler om Timothy een beetje schoon te maken. Tranen laten schone sporen achter op Sheler haar gezicht, en Bohairic wisselt af tussen zijn ogen dichtknijpen en zijn hoofd schudden in ongeloof. Templeton en Tin mompelen snel met elkaar. Tin schudt twee vieze vachten uit, snijdt ze in lappen, en steekt gaten in de randen. Templeton haalt lange dijbenen uit de kamer van de naga, haalt zijn timmergereedschap uit een te kleine tas, en gaat aan de slag. De hele tijd groeien de geluiden uit de apenkamer - er wordt constant op de deur gebonkt en gehamerd, en de kreten en gillen overtreffen elkaar steeds in volume en woede.
Na een paar minuten van dit licht de kamer op van achter Hope. Hij draait zich om,
"Zijn jullie een beetje klaar? Die baasaap zal dit ook wel horen. Kan hij niet gewoon in zo'n zak?"
Timothy is op dit moment bedekt in een geelgroen gloeiend cocon, en Sheler en Bohairic kijken allebei op van deze opmerking.
Bohairic zegt, "Nee, want hij zou daar niet genoeg lucht hebben. Maar... op zich zou hij niet te veel nodig hebben - we hebben nu wat we zochten. We kunnen nu gelijk terug door die portaal."
"Nee," zegt Templeton, "Dat gaat niet lukken. Dan lopen we gewoon rondjes en komen we hier steeds terug."
"Ik denk niet dat het een Teleport kan tegenhouden." zegt Bohairic.
"O vast wel," zegt Templeton, en hij trekt aan de laatste touw, "Dit hele plek is echt vervelend."
Hope richt zich weer op de deur in de hoek, "HOUD JE STOMME BEK, AAP!"
Hij loopt de brug af, tilt zijn bijl omhoog en beukt op de deur. Op dat moment draait de deurkruk razendsnel naar beneden. De deur vliegt open en een stortvloed aan overgrote bavianen met hoorns, extra staarten, vergroeide tanden en roodgloeiende ogen stroomt de kamer binnen! De gillen en schreeuwen van de bavianen zijn oorverdovend, maar nog erger is het feit dat er zo veel zijn dat ze om Hope heen stromen. Zijn bijl rijst en valt in grote, brede stroken en harige armen, benen en hoofden vliegen de lucht in. Demonische bavianen blijven onophoudelijk de kamer instromen, en Hope kan ze niet alleen tegenhouden. Tin maakt een laatste knoop af en de brancard voor Timothy is klaar. Ze vliegt de lucht in en sproeit de mêlee onder haar met bliksem. Zijn eigen weerstand voor magie zorgt ervoor dat de bliksem om Hope heen danst, maar de bavianen hebben niet zo'n geluk. Een aantal onder de stralen schudden onder de zware stroomstoten; hun tanden knarsen zo hard dat ze aan elkaar breken, en hun vacht begint te roken. Toch is het maar een klein aantal van de grote massa.
Templeton gaat voor de slapende Timothy op zijn hurken en maakt een hutje met zijn schilden. Bohairic gooit zijn eigen bliksem in de strijd, met vergelijkbare resultaten als Tin. Sheler schraapt de grond met haar Beast Claws en rent op de massa.
"Blijf achter die lijn - of houd zelf zo'n afstand!"
Ze zegt meer maar niemand kan het horen omdat ze op dat moment onder de bavianenzee verdwijnt. Klauwen, vuisten en tanden bestoken haar van alle kanten en alleen heel af en toe is een roze handje of een wit lapje stof zichtbaar tussen al het zwart en rood.
Zowel Hope als Sheler krijgt het zwaar te verduren onder de massa bavianen. Bewegen is bijna onmogelijk, vechten net zo. Het kost hen allebei al hun energie om op de voeten te blijven staan terwijl ze aan alle kanten geslagen en getrokken worden. Tin en Bohairic blijven de massa beschieten met bliksem, en zien ook dat het effect heeft - alleen niet genoeg. Vier of vijf bavianen houden Hope z'n bijl vast en zijn rechterhand vliegt voor zijn riem. Seconden later valt een bavian van de brug, de keel doorgesneden door Hope zijn dolk. Een tweed valt ook weg - deze met een rode put waar zijn oog net was. Hope zijn vuist rijst en valt in de massa, en met elke steek gilt een baviaan in pijn. Er zijn nu zeker twintig van die beesten dood, maar de andere vijftig vechten drijven furieus verder, naar Templeton en Timothy.
Bohairic wacht het moment af wanneer hij beide zijn kompanen ziet, en stopt even met het schieten van bliksem. Hij wijst de twee aan en roept zo hard als hij kan, hopend dat ze hem horen.
""HOPE! SHELER! ERUIT!"
Hope trekt een zuur gezicht en schudt zijn hoofd, maar Sheler verdwijnt van haar plek en verschijnt boven de krioelende bavianen. De beesten die haar vast hadden vallen op de grond en worden bedolven onder de rest. Voordat ze weer vastgepakt wordt, verandert ze snel in een soort egel. Van elk centimeter van haar huid ontspringen lange scherpe stekels, en met een knal schieten deze alle kanten op! Vijftig wrede monden schreeuwen tegelijk en dan valt de kamer stil. Sheler valt gracieus op de vloer, omringd door meer dan vijftig dode bavianen; lekgestoken met de stekels, verbrand of in elkaar gehakt. Her en der probeert er één weg te kruipen, maar Hope eindigt die pogingen snel.
|